Rammelen

Rammelen (column uit 2015)

 

In mijn thematuintje staat het in de luwte: opvoeden. Gevoelig onderwerp. Dat bleek ook toen Sheila Sitalsing er vorige week in Volkskrantmagazine over schreef. De Surinaamse “Roy,-ik-ga-jou-rammelen”-opvoedingsstijl werd in het zonnetje gezet. Om bijna onmiddellijk daarna terecht te komen in een Hollandse storm van verontwaardiging, want slaan is uit den boze, toch?

 

Sitalsing had “Waarom?Daarom!” van cabaretier Roué Verveer gelezen en daarin wordt het onderwerp nóg grappiger gemaakt door de Surinaamse stijl scherp af te zetten tegen de Nederlandse Fleurtje-ik-ben-niet-boos-maar-verdrietig-opvoeding.

 

Ons werd op een geestige manier een spiegel voorgehouden en dat kan nooit kwaad.

 

Toch schuurde het bij veel lezers, ook bij mij een beetje. Ik ken minstens twee volwassenen die in hun kindertijd zo’n exotische rammelopvoeding hebben mogen genieten, letterlijk. Ze waren trouwens oer-Nederlands.

 

En als je weet dat ook nú nog in elke schoolklas gemiddeld één kind zit dat thuis wordt mishandeld, dan is “Ik ga je rammelen” geen gelukkig gekozen titel voor een stuk dat gewoon een wat strakkere opvoeding (U zeggen, niet tegenspreken) wil propageren.

 

Als je als krant vervolgens kritiek pareert met te zeggen dat Volkskrantmagazine niet zo serieus bedoeld is, maak je er dan niet nét iets teveel een vermakelijk niemendalletje voor het weekend van?

De schuurplek werd door de ombudsvrouw van de Volkskrant én door columniste Sitalsing gelukkig erkend.

 

Los van het artikel voel ik nóg een schuurplekje.

 

Opvoeden is optreden, als dat voor kinderen nodig is. Maar soms lijkt het wel optreden als in een voorstelling: in supermarkt, trein, restaurant, op verjaardagen, camping en school zijn we elkaars publiek bij een stukje theater.

 

De acteurs laten zien hoe goed ze aan het opvoeden zijn. Demonstreren dat je niet over je laat lopen. Of dat je die geduldige moeder, die aandachtige vader, die fijne opa, die lieve oma en die ideale leerkracht bent. Allemaal voor de kinderen. Of voor elkaar?

 

Laat ik overigens eerlijk zijn: ik zou zo’n ‘verdrietige’ zeurouder graag eens willen…uh… rammelen.

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *